Wegmier

Mieren zijn sociaal levende, statenvormende insecten. Een mierenstaat bestaat veelal uit een groot aantal individuen. Binnen een dergelijke staat komen al naar gelang hun werkzaamheden sterk gespecialiseerde mieren voor. In het nest van de zwartbruine wegmier treft men bijvoorbeeld één of meerder koninginnen aan, werksters in grote aantallen en in een bepaalde tijd van het jaar mannetjes en jonge koninginnen. De koningin en de mannetjes zorgen voor de voortplanting en de werksters zorgen voor het verzamelen van voedsel, het verzorgen van het broed, het onderhoud van het nest en in voorkomende gevallen de verdediging van het nest.

De zwartbruine wegmier is zwartbruin tot zwart van kleur, met een overvloedige fijne beharing. De koninginnen zijn donkerbruin en de kop is smaller dan het borststuk. De mannetjes zijn donker tot zwartbruin. De vleugels van mannetjes en koninginnen zijn doorzichtig. De werksters zijn 3-5 mm, de mannetjes 3.5-4,2 mm en de koninginnen 8-9 mm lang.
De zwartbruine wegmier komt overal voor in de vrije natuur, in tuinen, maar ook bij en in gebouwen. De mieren voeden zich met andere insecten maar ook met zoetigheid. De werksters verzamelen bijvoorbeeld honingdauw; een uitscheidingsproduct van bladluizen. Als een werkster een rijke voedselbron, bijvoorbeeld een bladluizenkolonie, heeft gevonden, maakt zij de overige werksters hierop attent, die dan langs de door de vindster aangegeven weg naar de bron gaan om hulp te bieden bij het binnenhalen van het gevonden voedsel. Zo ontstaan de zogenaamde mierenstraten. Deze geven dus de richting aan waarin men het mierennest moet zoeken, een waardevol gegeven bij de bestrijding. Voornamelijk in juli en augustus vindt de "bruidsvlucht" plaats. Tijdens de vlucht bevruchten de mannetjes de koninginnen. Deze gaan daarna naar een bestaand nest waar ze meewerken aan de uitbreiding, of ze proberen een nieuw nest te stichten.
Het bestrijden van mieren dient alleen plaats te vinden wanneer deze insecten in gebouwen werkelijk last veroorzaken, enkele rondlopende mieren doen geen kwaad en veroorzaken ook geen schade. Wanneer deze insecten echter een nest hebben gemaakt van waaruit ze steeds in aantallen een huis of gebouw binnenkomen, kan een bestrijding uit hygiënisch oogpunt nodig zijn.

Bestrijding buitenshuis.

Wanneer men de mierenstraten volgt en op zoek gaat naar de nesten van tuinmieren zal men ontdekken dat deze veelal buiten, onder de tegels, langs de gevel e.d. worden aangetroffen. Indien een bestrijding gewenst is, zal men allereerst deze nesten moeten behandelen. Men dient dan de nestingangen buiten te behandelen met insecticide.

Wering.

Om te voorkomen dat mieren de woning binnen komen moet men naden en kieren dichten. Tevens moet men er voor zorgen dat er geen lekkernijen binnen hun bereik liggen.