Houtworm

Onder de gewone houtworm verstaat men de larve van de keversoort Anobium punctatum Degeer. De larven van deze leven ca. 3 jaar in het hout, waar ze door hun vreterij aanzienlijke schade kunnen aanrichten. Deze keversoort komt zeer algemeen in ons land voor.

Uiterlijk en leefwijze.

De larve van de houtwormkever is vaalwit van kleur en kan tot 7 mm lang worden. De larven maken gangen, zowel in naald als in loofhout soorten. Meestal wordt alleen het spinthout aangetast. Er bestaat een voorkeur voor hout, dat gedurende langere tijd in dezelfde positie blijft en enigszins vochtig is. Dus kunnen belangrijke aantastingen vooral optreden in vertrekken die weinig worden gebruikt. Ronde gaatjes met een doorsnede van 1-2 mm duiden op de aanwezigheid van houtworm. Uit die gaatjes zijn de kevers gekomen die in grootte variëren van 3-6 mm en gewoonlijk chocolade bruin van kleur zijn. De vorm (doorsnede) is
rond. De kop van het kevertje gaat grotendeels schuil onder het halsschild. Een bevrucht wijfje legt 20 tot 60 eieren. De eieren worden afgezet in groepen van 3 à 4 in naden en kieren van het hout en ook wel in de oude uitvliegopeningen en gangen. De eitjes zijn ovaal van vorm, witachtig en 0,3 bij 0,5 mm. Uit de eitjes komen de larven die zich invreten in het hout.

Wering.

Hout kan men met verf, vernis, beits of lak preventief behandelen tegen een aantasting door de gewone houtworm (voor zover niet al eitjes of larven in het hout aanwezig zijn). Als het hout rondom is voorzien van een goed aaneengesloten dekkende laag, is het beschermd tegen aantasting door houtaantastende insecten.

Bestrijding.

Alvorens tot een bestrijding kan worden overgegaan, dient eerst te worden vastgesteld of men te doen heeft met een actieve aantasting. Dit is het geval als er vers houtmeel uit de gaatjes komt. Als dit is geconstateerd, kan men overgaan tot bestrijdingsmaatregelen. Bij ernstige aantasting (bijv. ernstige verzwakking van het dragende vermogen van steunbalken e.d.), valt te overwegen deze delen te (laten) vervangen en de aangrenzende delen te behandelen.
Voordat het bestrijdingsmiddel wordt aangebracht moet het hout zoveel mogelijk stofvrij worden gemaakt; oude verf, beits of laklagen dienen eerst met een krabber of staalborstel o.i.d. te worden verwijderd. Het heeft geen zin om geverfd of gebeitst hout te behandelen. Het insecticide dringt dan niet in het hout door.
Middelen op basis van cyfluthrin, deltamethrin of permethrin (kant en klare producten) zijn deugdelijk voor de bestrijding van houtaantastende insecten en weinig giftig voor zoogdieren.
Tijdens de behandeling ventileren en gedurende 2 maal 24 uur niet in de behandelde ruimte verblijven, ook de dieren niet.
De middelen kunnen worden aangebracht met behulp van een zgn., lage druk spuit (ca. 1.5 atm.), waarbij een grove druppel ontstaat, die het hout zichtbaar bevochtigt.